In de EU 2020 wordt benadrukt dat de EU en de lidstaten kmo’s in staat moeten stellen milieu-uitdagingen om te zetten in kansen. Groene groei kan echter aanzienlijke voordelen opleveren, zoals in de Small Business Act (EP 2014/2209 INI) wordt gesteld, moeten beleidsmakers het potentieel van de groene economie volledig begrijpen, terwijl ze zich bewust zijn van de belemmeringen waarmee kmo’s worden geconfronteerd met betrekking tot de vergroening van hun producten, productieprocessen, bedrijfspraktijken en diensten. De circulaire economie is een belangrijk concept van de groene economie, gebaseerd op het optimaliseren van systemen in plaats van componenten, weg van „resource to waste” naar veerkrachtige en productieve circulaire systemen. Strategische allianties tussen ondersteunende organisaties zoals Ellen MacArthur Foundation, McKinsey Company, enz. en multinationale ondernemingen lopen voorop in de exploratie en toepassing van de circulaire economie. Kmo’s hebben zelden dezelfde toegang tot kennisnetwerken om op de hoogte te blijven van nieuwe technologieën, of om te communiceren met potentiële klanten of investeerders. Het is daarom van cruciaal belang om te begrijpen hoe kmo’s de kansen van circulaire waardeketens kunnen benutten. Het CESME-project richt zich op de integratie van kmo’s in de circulaire economie, door middel van interregionale bijeenkomsten waarin goede praktijken worden vastgesteld om na te gaan hoe de beste regionale en lokale overheden en agentschappen voor bedrijfsontwikkeling relevante beleidsinstrumenten kunnen verbeteren en ondersteuningspakketten kunnen ontwerpen om kmo’s te helpen de circulaire economie te betreden. Door het creëren van een return on investment analyse waarin de economische en sociale voordelen van circulaire waardeketens worden gekwantificeerd, en een witboek dat kmo’s stap voor stap in de circulaire economie begeleidt, hoopt het CESME-partnerschap nieuwe circulaire initiatieven voor kmo’s in te voeren. Deze initiatieven zullen ten uitvoer worden gelegd en getest op feedback en aanpassing teneinde reproduceerbare instrumenten in de hele EU te zijn en te worden gemonitord tegen het verwachte effect ervan. Ten slotte zal dit leiden tot een betere doeltreffendheid van de beleidsinstrumenten die door de projectpartners worden aangepakt.