Vlaanderen en Zuid-Nederland hebben van oudsher een grote concentratie van bedrijven in de kunststofverwerkende industrie, vooral in textiel. Beide regio’s beschikken over uitgebreide expertise in de ontwikkeling en productie van tapijt en kleding. Tegen 2030 wil de sector 20 % tot 50 % biobased materialen in haar producten gebruiken. Om dit te bereiken, is het noodzakelijk voor de textielindustrie om hoogwaardige vezels en garens te verkrijgen op basis van 100 % biobased materialen. „Puur Natuur: 100 % Biobased wil duurzame, niet-toxische, biologisch afbreekbare alternatieven bieden op basis van hernieuwbare grondstoffen. Onder andere Centexbel (Belgisch technisch en wetenschappelijk centrum voor de textielindustrie), Stichting Avans en het toonaangevende Vlaamse textielbedrijf De Saedeleir Textile Platform bundelen hierin hun krachten. Het project resulteert in de ontwikkeling van biogebaseerde weekmakers, vlamvertragers, kleurstoffen, stabilisatoren, lijmen en nucleerende middelen. Kleurintensiteit en stabiliteit zijn bijvoorbeeld de belangrijkste kwaliteitskenmerken voor textiel. Biogebaseerde kleurstoffen zijn in de handel slechts in beperkte mate verkrijgbaar en voldoen vaak niet aan de gestelde kwaliteitscriteria zoals lichtechtheid. Hz University of Applied Sciences richt zich op natuurlijke kleurstoffen van mariene organismen zoals algen. Avans richt zich op landbouwgewassen met o.a. sorghum en uienhuiden. De ontwikkelde additieven ondergaan laboratoriumtests waarbij verschillende combinaties worden toegepast via compounding (mengen in gesmolten toestand), extrusie (spinen tot vezels in gesmolten toestand), coating, afwerking en verven. Na analyse van de verkregen verbindingen en textielvezels wordt bepaald welke chemische technologie het meest geschikt is voor complete (100 %) biobased textielproducten. Daarnaast worden deze processen op pilotschaal onderzocht en blijven verschillende bedrijven getuft tapijt, kleding, beddengoed en non-woven tapijt backing ontwikkelen. De biobased additieven, vezels en toepassingen worden ook onderzocht op de milieu-impact in de verschillende ontwikkelingsfasen door middel van een levenscyclusanalyse (LCA).