Naar schatting dragen gebouwen tot een derde van de totale broeikasgasemissies van de Europese Unie bij, voornamelijk door het gebruik van fossiele brandstoffen en aardgas om de verwarmings-, koelings- en elektriciteitsbehoeften van gebouwen te dekken. Om energie- en klimaatgerelateerde kwesties aan te pakken, heeft de Europese Commissie (EC) de doelstellingen vastgesteld om de uitstoot van broeikasgassen met 20 % te verminderen, het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix van de EU te verhogen tot 20 % en het energie-efficiëntiestreefcijfer van 20 % tegen 2020 te halen. Met Richtlijn 2012/27/EU leidt energie-efficiëntie tot een doorbraak in het Europese beleid. De doelstellingen en instrumenten van interventie en verificatie verplichten de lidstaten om onmiddellijk een duidelijke strategie vast te stellen voor de verbetering van de prestaties van de gebouwen. In de EU-richtlijn wordt voorgesteld dat alle nieuwe gebouwen na 2020 energieneutrale gebouwen moeten zijn en dat deze gebouwen door energieverbruik (NZCO2EB) ook bijna CO2-emissiegebouwen zullen zijn. Hoewel er veel recente aandacht is besteed aan maatregelen om de emissies van nieuwe gebouwen te verminderen, blijft het bestaande gebouwenbestand grotendeels onaangetast en missen veel renovatieprojecten kansen om emissies te verminderen en lage CO2-gebouwen te leveren. Het concept achter het project ZEROCO2 is: — het definiëren van bijna nul CO2-emissie gebouwen als gevolg van energieverbruik (NZCO2EB) en presenteren van de verschillende voordelen die voortvloeien uit dit type gebouw; — werken aan de combinatie van verschillende technologieën en energiebronnen, die kunnen worden gebruikt om het bovengenoemde streefcijfer te bereiken; — het ontwerpen van state-of-the-art beleid, dat gericht is op de bevordering van NZCO2EB op lokaal, regionaal en nationaal niveau; — het presenteren van verschillende financiële instrumenten om dit soort gebouwen te promoten. Het projectpartnerschap bestaat uit instanties die in staat zijn regionaal ontwikkelingsbeleid uit te voeren in nauwe samenwerking met relevante belanghebbenden.
