Het ECoC-MKB-project erkent het programma Culturele Hoofdstad van Europa (ECoC) als nog onderbenutte middelen en kansen voor steden en regio’s om bestaande en toekomstige lokale kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) te ontwikkelen via hun vroege betrokkenheid bij het evenement. Het project richt zich op het potentieel van het mega-evenement om lokaal ondernemerschap te activeren, te versterken en te diversifiëren door hun creatieve, innovatieve sectoroverschrijdende samenwerking, clustering en netwerken aan te moedigen, evenals hun internationalisering. In het project verkennen en delen de partners via een iteratief proces van interregionaal en lokaal participatief leren en co-creatie benaderingen en praktijken om hun lokale en regionale kmo-sectoren te stimuleren en af te stemmen op de speciale contexten (fasen, reikwijdte en thema’s) van het mega-evenement in hun regio’s. Uitwisselingen tussen vroegere, huidige en toekomstige culturele hoofdsteden (Leeuwarden, Matera, en Rijeka, Timisoara, Kaunas), onder coördinatie van een deskundigenteam van de Universiteit van Oost-Finland, in combinatie met twintig Local Learning Labs resulteren in nieuwe praktijken en projecten die zijn afgestemd op de vijf territoriale contexten en hun lokale/regionale beleidsinstrumenten: de (regionale) operationele programma’s van Noord-Nederland, van de regio Basilicata in Italië, van de westelijke regio van Roemenië en de lokale ontwikkelingsstrategieën van de gemeenten Rijeka (Kroatië) en Kaunas (Litouwen). Er zullen actieplannen worden opgesteld om deze instrumenten te verrijken, en tijdens het derde jaar van het project zullen geselecteerde maatregelen in de deelnemende steden en regio’s worden uitgevoerd. Zowel de Europese Commissie als de deelnemende steden hebben steeds meer belangstelling voor het efficiënt gebruik van lokale en EU-middelen en het maximaliseren van de voordelen van het ECoC. Op dit moment zijn er echter geen concrete richtsnoeren voor ECoC-hosts voor de betrokkenheid van lokale kmo’s. Daarom zullen ervaringen ook met het ECoC-programma worden gedeeld.