Sinds de indiening van de aanvraag in fase 1 zijn de migratie- en integratiekwesties op EU-, nationaal en lokaal (stads)niveau aanzienlijk hoger geworden. De tragische gebeurtenissen in Parijs, de noodtoestand in Brussel, de aanhoudende aankomst van migranten die op de vlucht zijn voor oorlog en armoede en de aanvallen op vrouwen in verschillende Duitse en Zweedse steden hebben de aanhoudende uitdagingen voor steden met betrekking tot het beheer van de nieuwe stromen en de aanpak van het integratieprobleem duidelijk gemaakt.De meest recente gegevens wijzen op de omvang van de beleidsuitdaging. In 2014 werd 40,1 % van de niet in de EU geboren bevolking in de EU geacht een risico te lopen op armoede of sociale uitsluiting (AROPE), vergeleken met minder dan 22,5 % van de inheemse bevolking. In 2013 liep 43,8 % van de jongeren van 16 tot 29 jaar in de EU-28 die in het buitenland geboren waren, het risico op armoede en sociale uitsluiting, tegenover 28,1 % van de jongeren die inheems waren geboren. Met betrekking tot nieuwkomers heeft Europa in 2015 een ongekend aantal asielzoekers en vluchtelingen met meer dan een miljoen asielaanvragen geregistreerd; naar schatting zouden 350 000 tot 450 000 mensen een vluchtelingenstatus of een soortgelijke status kunnen krijgen, meer dan in een eerdere Europese vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog.
