Met de ontwikkeling van de National Glass House Database (NÜA) wordt een kwalitatief nieuw model gecreëerd dat de bestaande databases (National Emissions Inventory, HUNMIT-model) verder ontwikkelt om broeikasgasemissieprognoses te produceren, sectorale en algemene economische strategische planning, beleidsgerichte studies, een betere schatting van de verwachte quota-inkomsten en ons in staat te stellen beter en nauwkeuriger te voldoen aan onze verschillende rapportageverplichtingen. In het geval van de nationale emissieinventaris betekent verdere ontwikkeling enerzijds de modernisering van de productiemethode van de inputgegevens, die de indiening van gegevens op geformaliseerde wijze mogelijk maakt, de van de gegevensverstrekkers ontvangen sectorale inputgegevens in een uniforme vorm en anderzijds een toename van het aantal ontvangen gegevens. In het geval van het HUNMIT-model wordt als gevolg van de ontwikkeling het tijdsinterval van de scenario’s uitgebreid en wordt het scala aan onderzochte economische activiteiten uitgebreid. De ontwikkeling van het IEA wordt voorbereid door twee onderliggende ontwikkelingen: Het IEA-systeemplan ontwikkelen en een methodologie ontwikkelen die de betrokkenheid van sommige externe deskundigen vereist. Met behulp van hun outputs wordt de uiteindelijke inhoud van de ontwikkeling bepaald. De modules zorgen voor de werking van de te ontwikkelen databank en beheersoftware om het beoogde doel te bereiken. In het kader van het project te ontwikkelen modules: • Nationale emissie-inventarismodule: Kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van inventarisgegevens is gebaseerd op IPCC-emissieberekeningsmethoden, rekening houdend met regionale en binnenlandse omstandigheden. Het verhogen van invoergegevens helpt om de nauwkeurigheid te verhogen, primaire gegevens te controleren, automatisering van computationele taken verhoogt foutloos. • Projectiemodule: Een functie die in staat is emissiescenario’s te produceren. De randvoorwaarden van de projectie zijn technologische veranderingen die de intensiteit van emissies en internationale en binnenlandse beleidsmaatregelen bepalen. Binnen het IEA is het ook mogelijk om de technologische scenario’s voor elke sector voor te bereiden, zowel binnen de EU-ETS- als niet-ETS-systemen. De module voorziet in drie scenario’s (zonder emissiebeperkingsmaatregelen, voortzetting van bestaande maatregelen en de effecten van de in te voeren maatregelen). • Beleidsmodule: Het IEA biedt de mogelijkheid om dynamisch toezicht te houden op, feedback te geven en een monitoringsysteem op te zetten voor mitigatie- en aanpassingseffecten van veranderingen in sectorale strategieën. Door de toepassing ervan is het mogelijk om de maatregelen te vergelijken op basis van hun impact, kosten en doeltreffendheid. Zo kan met behulp van het IEA gemakkelijk worden toegezien op de toekomstige verwezenlijking van klimaatdoelstellingen die voortvloeien uit verschillende internationale of EU-verbintenissen, die vrijwillig kunnen worden vastgelegd. • Over het delen van ETS-inspanningen (hierna te noemen: Module ESD: Het IEA beheert de inventaris en tegelijkertijd de broeikasgasemissiegegevens, waarbij verhandelbare binnenlandse quota en emissierechten zowel binnen het ETS als daarbuiten worden geregistreerd. De omvang van de verhandelbare quota en de verkoopprijs worden in hoofdzaak bepaald door de processen van de energiesector en de industrie in de Unie als geheel, in plaats van op de binnenlandse markt. Dientengevolge maakt het model geen gebruik van de in de vorige hoofdstukken beschreven gegevens, maar maakt het gebruik van de door de Commissie opgestelde langetermijnprognoses. Een dergelijke toename van de nauwkeurigheid kan leiden tot betrouwbare en nauwkeurige inkomsten voor de nationale economie. • Rapportagemodule: Het is bedoeld om te voldoen aan de EU- en internationale rapportageverplichtingen, waarbij in wezen geautomatiseerde rapportage wordt geproduceerd op basis van de meest actuele gegevens, formeel en inhoudelijk passend. De hardware- en softwareomgeving (andere dan de te ontwikkelen) die nodig is voor de werking van de database, evenals de werking ervan, zal binnen het project worden aangekocht. Naast de ontwikkeling en uitrol van het systeem maakt de uitvoering van het IEA deel uit van het project: Het uitvoeren van test- en documentatietaken in verband met de ontwikkeling, opleiding en implementatie (installatie) van het systeem bij de betrokken gebruikers en het laden van alle brongegevens in de transactiedatabank vanaf 1985. Om informatie te helpen verspreiden, zullen ten minste vijf workshops/evenementen worden gehouden over de resultaten van het project voor professionals, gegevensverstrekkers en het grote publiek.
