De rechtvaardiging van het vlaggenschipproject in de context van de uitbraak van het coronavirus in 2020, die ernstige gevolgen had voor de economie en de arbeidsmarkt, vereiste dringend ingrijpen in alle betrokken landen. De maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de noodtoestand waartoe op 11 maart 2020 is besloten, hebben de beperkingen op catering en toerisme en de overloopeffecten op de externe markten geleid tot een aanhoudende achteruitgang van de economische en zakelijke activiteiten. De negatieve gevolgen van de coronacrisis hebben ook aanzienlijke gevolgen gehad voor de Hongaarse economie en de arbeidsmarkt. Om ontslagen bij bedrijven in moeilijkheden als gevolg van de pandemie te voorkomen en banen te beschermen, heeft de regering besloten om regelingen voor werktijdverkorting te ondersteunen in het kader van werkgelegenheidsbeleidsmaatregelen en om de lonen van hooggekwalificeerde werknemers in de onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiesector te ondersteunen. Deze laatste maatregel is bedoeld om ontslagen tijdens de COVID-19-uitbraak in de OOI-sector te voorkomen en arbeidsmigratie te voorkomen door het behoud van lonen in de OOI-sector te ondersteunen. De doelstelling en doelgroep van het prioritaire project De loonondersteuning voor hooggekwalificeerde werknemers in de RDI-sector is het beschermen van de banen van werknemers in de RDI-sector (bijv. ingenieurs, ontwikkelingsingenieurs, IT-specialisten), het behoud van de lonen van de werknemers in de sector met de steun, en het waarborgen van de langdurige tewerkstelling van de werknemers van de RDI-sector. Het doel van de steun is om ontslagen tijdens de COVID-19-uitbraak te voorkomen. Het prioritaire project is gericht op werknemers en werkgevers die betrokken zijn bij onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die door de noodsituatie op gezondheidsgebied worden getroffen. De steun heeft betrekking op alle niet-budgettaire organen van werkgevers waar onderzoek en experimentele ontwikkeling worden uitgevoerd. Dit omvat met name werkgevers die zijn ingedeeld in het gebied van TEÁOR 72 (Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling) waar de werknemers in de RDI-positie werkzaam zijn. Een werkgever komt in aanmerking als hij of zij een onderzoeks- en ontwikkelingspersoneel in dienst heeft. Onderzoek en ontwikkelaar is een natuurlijke persoon die zich bezighoudt met het creëren, ontwikkelen of beheren van projecten die gericht zijn op het creëren of ontwikkelen van nieuwe kennis, intellectuele schepping, product, dienst, procedure, methode, systeem. Er zijn (ook) onderzoekswerkgevers in alle sectoren en daarom wordt toegang tot steun verleend aan de gehele nationale economie. Het maandelijkse steunbedrag is a) indien het brutoloon van de werknemer volgens de datum van afkondiging van de noodtoestand 670 000 HUF of meer bedraagt, dan 318,920 HUF, of b) indien het brutoloon van de werknemer volgens de datum van de noodtoestand lager is dan 670 000 HUF, de som van 318 920 HUF, berekend op basis van de verhouding tussen het brutoloon van de werknemer en 670 000 HUF. De werkgever moest in zijn verzoek om bijstand a) de economische omstandigheden waarop de aanvraag was gebaseerd, hun rechtstreekse en nauwe band met de noodtoestand, de genomen maatregelen en de tot dusver verwachte maatregelen om de economische moeilijkheden te overwinnen, b) verklaren dat zijn in de aanvraag genoemde werknemer op het moment van indiening van de aanvraag geen arbeidsongeschiktheidsuitkering kon ontvangen, c) dat hij ten tijde van de indiening van de aanvraag geen recht had op een werkscheppende of behoudstoelage voor de werknemer waarop de aanvraag betrekking had, en d) ten tijde van de indiening van de aanvraag ten minste zes maanden in bedrijf was. Indien de aanvraag voldeed aan de wettelijke vereisten, verleende het overheidsbureau op basis van de aanvraag ondersteuning aan de werkgever. Bij het ontvangen van de toelage moest de werkgever zich ertoe verbinden a) de werknemer gedurende een periode die ten minste gelijk is aan de duur van de toelage in dienst te blijven nemen, b) het salaris van de werknemer niet te verlagen overeenkomstig de datum van de afkondiging van de noodtoestand tijdens de periode van de toelage en de voortzetting van het dienstverband, c) het overheidsbureau binnen twee werkdagen in kennis te stellen van elke wijziging die van invloed is op de voorwaarden voor de bijstand in het kader van zijn verplichting om samen te werken en te informeren.