A) In het afgelopen decennium is de Universiteit van Pannonia steeds prominenter geworden en heeft internationaal erkende resultaten bereikt in de ontwikkeling van bio-nanotechnologieonderzoek, vooral in de ontwikkeling van nieuwe diagnostische methoden en de creatie van zelfgeorganiseerde nanostructuren op basis van biomoleculen. De gevestigde biomoleculaire nanotechnologiekennisbasis werd verder versterkt door intensieve samenwerking met het Instituut voor Materialen en Milieuchemie (AKI) van de Hongaarse Academie van Wetenschappen op het gebied van de creatie, karakterisering en toepassing van structurele en functionele nanodeeltjes. Om de wetenschappelijke excellentie in bio-nanotechnologie verder te versterken, in combinatie met de prioriteiten van de nationale slimme specialisatiestrategie en belangrijke slimme technologieën, is de universiteit van Pannonia van plan een internationaal erkende instelling te worden in de ontwikkeling van nanodiagnostische processen, onderzoek en productie van slimme nanomaterialen. Om dit doel te bereiken, dienen we een voorstel in met drie subprojecten met de volgende aandachtspunten op basis van bestaande onderzoekservaring: (1) de ontwikkeling van micro- en nanodiagnostische procedures voor effectieve ziektedetectie, (2) het creëren van functionele nanodeeltjes in geneeskunde en milieuanalyses, en (3) de productie van zelfgeorganiseerde intelligente nanomaterialen. Een succesvolle uitvoering van het project vereist een multidisciplinaire aanpak. Prof. András Guttman, extern lid van de Hongaarse Academie van Wetenschappen, die herhaaldelijk zijn expertise en projectleiderschapsvaardigheden op het gebied van onderzoek heeft aangetoond (Lendület III. #97101, Marie Curie-voorzitter #006733, Fulbright #48421907). Het project is in lijn met internationale trends, waardoor het internationale concurrentievermogen van het Hongaarse bio-nanotechnologieonderzoek wordt vergroot. Door de bestaande state-of-the-art infrastructurele achtergrond, doelgericht gebruik van de complementaire kennis en professionele competenties van de coöperatieve onderzoeksteams verder te versterken, kan een concurrerend kenniscentrum worden ontwikkeld, dat ook een belangrijke speler zal zijn in de Europese onderzoeksruimte, met uitstekende resultaten op internationaal niveau en een realistisch H2020-toepassingspotentieel. Subprogramma 1: Micro- en nanodiagnostiek (leider: András Guttman) Het subproject omvat drie verschillende onderwerpen — Moleculaire Diagnostiek, Biosensorica, Nanotoxiciteit — die elkaar synergetisch aanvullen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de alternatieve methodologische benadering van verschillende disciplines. Het doel van moleculaire diagnostiek is om nieuwe geïntegreerde moleculaire diagnostische technologieën te ontwikkelen die geschikt zijn voor gedetailleerde glycomische profilering met hoge resolutie van monsters van menselijke oorsprong, met name de scheiding en identificatie van glycoproteïnen voor diagnostische en therapeutische doeleinden uit een beperkt aantal cellen. Deze glycoproteïnen kunnen specifieke biomarkers zijn voor ziekten. Een aantal klinisch relevante studies kan niet worden uitgevoerd met behulp van momenteel beschikbare analytische procedures indien slechts zeer kleine hoeveelheden monsters beschikbaar zijn. Het voorgestelde onderzoeksthema omvat de ontwikkeling, optimalisatie en integratie van monstersverzameling voor moleculaire diagnostische doeleinden, monstervoorbereiding, analyse op basis van zeer gevoelige microfluidics, gecombineerde massaspectrometrie en bio-informatica. De sleutel tot microfluidische monstervoorbereiding is het gebruik van nanodeeltjes, zoals in dit geval de doelen (tumorcellen, virussen, bacteriën, enz.) en de systemen die worden gebruikt om ze te testen, vallen binnen hetzelfde groottebereik, waardoor intensief fasecontact wordt gewaarborgd. De te ontwikkelen bioanalytische moleculaire diagnostische methoden gebruiken super-paramagnetische nanobeads, waarvan het oppervlak wordt geactiveerd door de georiënteerde immobilisatie van specifieke moleculen die in staat zijn bio-affiniteitsbanden te produceren (bijvoorbeeld antilichaam, lectine, aptamer). Pathogene nano kraalconjugaaten kunnen uit het monster worden gehouden door een voldoende sterk geconcentreerd magnetisch veld, zodat ze met een hoog rendement van andere bloedbestanddelen kunnen worden gescheiden die detectie moeilijk maken. Na microfluidische afvang van glycoproteïnen verkregen uit pathogenen, wordt de aanwijzing van enzymatisch gespleten glycanen met de fluorforengroep gevolgd door hoogrenderende capillaire elektroforesescheiding en direct verbonden ultragevoelige en hoge-resolutie massaspectrometrieanalyse. Volledige monstervoorbereiding wordt uitgevoerd in geïntegreerde microfluidische eenheden. De Biosensorics Partema heeft als doel sensoroppervlakken te ontwikkelen die kunnen worden gebruikt in elektrochemische capacitieve sensoren. De te vormen sensor...