Monoklonale antilichamen (mAb) worden bestudeerd door de 4 teams van het GICC (EA7501 University of Tours): Frame, PATCH, LNOx en IMT. MABS hebben een belangrijke rol gespeeld bij de behandeling van kanker of chronische ontstekingsziekten. De meeste mAbs op de markt zijn ongeconjugeerd (nus) en werken door het neutraliseren van de pathogene effecten van een antigeen (vanwege de binding van de mAb op het) en/of door de werking van moleculaire of cellulaire effectoren gerekruteerd door mAb. De technologische ontwikkelingen maken het nu mogelijk om nieuwe structuren te bouwen, de ADC’s (antilichaam-drugsconjugaat), gebaseerd op mAbs die vervolgens worden gebruikt als targeting agents. Het is mogelijk om kleine actieve moleculen aan een mAb te koppelen door een linker ontworpen om het actieve product onder bepaalde pathologische voorwaarden vrij te geven. Deze arm is zelf gebonden aan een vervoegingskop die verbinding maakt met de mAb. Vier ADC’s gebaseerd op het principe van afgifte van een cytotoxisch middel in kankercellen na fixatie en internalisatie van CDA worden nu gebruikt in kanker. Unit chemici (IMT) beschikken over de knowhow voor het ontwerp en de modulaire constructie van originele ADC (all key elements van de CDA zijn oordeelkundig uitwisselbaar: MAB, vangsttechniek, hydrofobiciteit en linkerlengte, het afgiftesysteem van de werkzame stof en de aard ervan). Bioconjugatie zal worden gebruikt...