De belangrijkste zogenaamde conventionele antitumorale behandelingen zijn gebaseerd op chirurgie, radiotherapie en chemotherapie. Veel kankers reageren niet of reageren niet op deze behandelingen. Immunotherapie, die bestaat uit het opleiden van het immuunsysteem om effectief en specifiek tegen kankercellen te kunnen vechten, is een veelbelovende nieuwe aanpak. Op basis van dit concept kunnen therapeutische kankervaccins, die het immuunsysteem kunnen stimuleren om kanker te bestrijden, maar ook in staat zijn om een geheugenreactie te veroorzaken, ook terugvallen voorkomen. Veel routes worden onderzocht, met name levende micro-organismen voor hun lytische activiteit ten opzichte van tumorcellen en/of hun vermogen om het immuunsysteem te stimuleren. Zo, in de afgelopen jaren, pathogeen gebaseerde oncolytische therapieën zijn ontstaan in het anti-tumorale therapeutische arsenaal. De eerste virotherapie op basis van het gebruik van een genetisch gemodificeerd GM-CSF dat herpesvirus uitdrukt om tumorcellen te targeten, is zojuist goedgekeurd door de FDA voor de behandeling van melanoma’s (Imlygic®, Amgen). Meer recent hebben de farmaceutische laboratoria Bristol-Myers Squibb en Janssen samengewerkt om samen te werken aan klinische proeven op de klinische werkzaamheid van Opdivo® (nivolumab) en de verzwakte bacterie Listeria monocytogenes dan...