2010 presenteerde „Nationale strategie voor de Zweedse toeristische sector — duurzame groei voor bedrijven en bestemmingen”. De visie is om de Zweedse toeristische sector tegen 2020 te verdubbelen door zich te concentreren op duurzaamheidskwesties en 35 exportrijpe bestemmingen te kunnen aanbieden. 2020 is de nieuwe basisindustrie van Zweden. De toeristische sector is aangemerkt als een belangrijk strategisch gebied voor ontwikkeling in Gävleborg. In augustus 2009 heeft de regionale raad van bestuur van Gävleborg een toeristische strategie voor het district goedgekeurd. De regionale toerismestrategie is in overeenstemming met de nationale aanpak. Als gevolg hiervan werd een toeristische strateeg ingehuurd bij Region Gävleborg en werd een groot ontwikkelingsproject voor de horeca, „Nu lopen we”, gemanipuleerd. Het doel van het project „Nu lopen we” was de basis te leggen voor een toekomstige aantrekkelijke, competente en winstgevende toeristische sector in Gävleborg. De activiteitengebieden waarop het project heeft gewerkt, zijn bestemmingsontwikkeling, digitale toegankelijkheid en internationale marketing. In het kader van het project is een zogeheten „exit-model” ontwikkeld; een organisatiestructuur voor de regio om te werken aan de totstandbrenging van een duurzame langetermijnstructuur met het oog op het jaar 2020. De horeca heeft verdere ondersteuning nodig bij het werk en daarom is er behoefte aan dit start-upproject. Er is veel tijd en geld geïnvesteerd in het bouwen van deze structuur en daarom is het belangrijk om naar de volgende fase te gaan om ervoor te zorgen dat deze investeringen hun recht hebben. Het doel van het oprichtingsproject is verdere procesondersteuning te bieden aan de bestemmingsorganisaties, gemeenten en anderen in de regio die werken aan het „exit-model” en het bedrijfsmodel in het kader van Visit Hälsingland Gästrikland AB te waarborgen en de werkzaamheden inzake de ontwikkeling van het bedrijfsleven naar de internationale markt voort te zetten. De doelstelling van het project is: Dat de bestemmingsorganisaties gezamenlijk de provinciale verkoop en de marktorganisatie op een winstgevende en duurzame manier exploiteren. Andere netwerken in de regio zijn nog verder gekomen in hun ontwikkelingswerk op het gebied van bestemming. De regio heeft 20 meer exportrijpe producten die op de internationale markten worden verkocht en genereert meer activiteiten in de regio. Vanaf 1 januari 2015 werken 7 van de 10 gemeenten volgens het Exit-model, maar de projecten staan in contact met bedrijven uit de hele regio, ongeacht de administratieve gemeentelijke grenzen. Het doel is niet om zoveel mogelijk DMO’s te krijgen, maar het doel 2016-12-31 is dat DMO’s die volgens het Exit-model werken een duidelijk bedrijf hebben, langdurig werken en zelfrijdend zijn. Het werk met DMO-formatie is op zichzelf een ontwikkelingsproces om bedrijven en gemeenten te laten samenwerken in een lokaal perspectief. Het idee op de lange termijn is dat de DMO’s kleiner en groter zullen zijn, dat sommige van de huidige DMO’s zullen worden samengevoegd.