Het onderwerp van het project is de uitvoering van activiteiten in verband met de vervanging van oude ketels voor eco-erwtenketels die aan bepaalde parameters voldoen, samen met medefinanciering van werkzaamheden in verband met de noodzaak om specifieke installaties te bereiden. Het project zal activiteiten medefinancieren in verband met de ontmanteling van de oude warmtebron, d.w.z. de ontmanteling ervan en tegelijkertijd verband houden met de aankoop en installatie van een nieuwe warmtebron. Er wordt ook overwogen kleine werken te cofinancieren die verband houden met de vervanging en aankoop van hulpstukken en uitrusting, onder meer: radiatoren, schoorsteen inzetstukken. Er zij op gewezen dat de gedetailleerde reikwijdte die nodig is om de werkzaamheden uit te voeren, zal voortvloeien uit de energiebeoordeling die voor elk gebouw dat onder het project valt, wordt uitgevoerd. Als onderdeel van de steun in het project zal het ook mogelijk zijn om een interne installatie van centrale verwarming en warm water te maken. De catalogus van subsidiabele uitgaven bevat ook een projectdocument. Er wordt aangenomen dat 102 ketels en installaties zullen worden vervangen. Het toepassingsgebied van het project zal worden uitgevoerd door het uitvoeren van de volgende activiteiten:1. Voorbereiding van de financiële en economische analyse.2. Vervanging van ketels van ovens, verwarmingstoestellen door vaste brandstoffen voor warmtebronnen die vaste brandstoffen gebruiken, met aanpassing van de installatie aan de behoeften van het nieuwe apparaat3. Het milieubewustzijn van het publiek vergroten4. Projectbeheer en bevordering van forfaitaire kostenDe parameters van warmtebronnen, d.w.z. verwarmingsinstallaties voor vaste brandstoffen, worden bepaald op basis van de energiebeoordeling van het gebouw. Alle kosten die in het project worden gemaakt, zullen de optimale prijs-kwaliteitverhouding weergeven. De in het project gebruikte oplossingen zullen voldoen aan de minimumnormen voor energie-efficiëntie en verontreinigende emissies die vanaf eind 2020 van kracht zijn, zoals vastgesteld in de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2009125EG van 21.10.2009 tot vaststelling van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten.